DYANTHA BROOKS OVER HAAR VOORLIEFDE VOOR DE ALBERT CUYPMARKT
Met een stralende lach begroet ze de ene na de andere marktkoopman- en vrouw op de levendige Albert Cuypmarkt. Want inmiddels kent Shownieuws-presentatrice Dyantha Brooks (35) niet alleen alle kramen op haar duimpje, maar ook de mensen en hun verhalen erachter. Al van kinds af aan is het haar favoriete uitje. Het plezier dat je aan een alledaagse boodschap op de markt kan beleven, geeft ze maar al te graag door aan haar twee zoontjes.
Dyantha, een geboren en getogen Amsterdammer, is na vijftien jaar zo verknocht aan Zuid dat ze hier nooit meer weg wil. Wij lopen een rondje met haar mee over de markt waar ze dagelijks te vinden is, terwijl ze haar favoriete zaken prijsgeeft. Onder het genot van een cappuccino bij Het Paardje vertelt Dyantha hoe haar grote liefde Mick de Vlieger haar altijd gestimuleerd heeft haar dromen na te jagen en waar dat allemaal toe heeft geleid. Wellicht op een dag zelfs tot haar eigen delicatessenzaakje op de Albert Cuyp…
Zo te zien ben je een graag geziene gast op de Albert Cuyp!
“Met mooi weer ben ik er echt wel iedere dag te vinden. Het is heel gevaarlijk om in de buurt van de markt te wonen: ik geef zoveel geld uit aan koffietjes en eten! Ik ben geboren in Amsterdam-Noord, en mijn oma, ze leeft nog steeds, woonde vroeger vlak bij de Dappermarkt. Als kind was ik altijd zo blij als ik naar haar toe mocht. Dan kreeg ik vijf gulden en mocht ik wat uitzoeken op de markt. Daar is wel een beetje mijn liefde voor de markt ontstaan. Omdat ik echt van die volkse mensen en de gezelligheid houd. Mensen nemen hier echt nog de tijd om een praatje met je te maken. Net vroeg bijvoorbeeld iemand of het gelukt is met de Alpe d’HuZes, die ik onlangs ben gaan fietsen. Maar ik weet ook van mensen dat ze een kind hebben gekregen of dat ze opa en oma zijn geworden. Marktkooplui die al jaren op deze markt staan en waarvan hun kinderen nu de kraam overnemen. Het is gewoon heel sociaal, en dat vind ik echt heel leuk!”
Wat zijn jouw favoriete spots hier in de buurt?
“Het Paardje is echt mijn vaste spot. Het heeft iets gezelligs van een bruin café en een easy to go buurtrestaurantje, maar ze hebben ook echt heel goed eten. Ik ben helemaal verslaafd aan hun Caesarsalade. Zelfs zo erg dat ik er vaak met de eigenaar contact over heb via Instagram. Op een gegeven moment heb ik zelfs het recept gekregen. Toch eet ik het veel liever hier, het is gewoon een heel gezellig plekje. Verder kom ik graag bij Twins Olives. Als je iets voor een borrel of een feestje nodig hebt, dan kun je hier in één keer slagen. Ze staan natuurlijk bekend om hun kraam met hummus en brood, maar ze hebben inmiddels ook een hele mooie winkel met olijven, noten en dips. Daarnaast is Mezzave favoriet. Dat is een broodjeszaak waar je ook hele lekkere koffie kan halen. Het is een heel klein winkeltje met allemaal lekkere dingetjes, zoals truffelchips, goede olijfolie en misschien wel het beste broodje van De Pijp: het short rib broodje.
Noor Amsterdam is ook een superleuk winkeltje. Daar ben je verzekerd van leuke outfits voor een goede prijs. Als ik een festival of een etentje hebt, slaag ik daar altijd. En De Plantenmarkt is een aanrader. Ben je daar weleens geweest? Als je op de markt loopt, denk je: oh leuk stalletje, maar de winkel loopt helemaal door naar achteren! Ze hebben een heel groot aanbod en hele goede planten.”
Kortom, Zuid bevalt je goed!
“Ik hoef hier nooit meer weg. Er is reuring en er gebeurt altijd wat. Ik vind het ook een hele leuke plek om te wonen met kinderen. Heel veel mensen zeggen altijd dat je met kinderen de stad uit moet, maar er is zoveel te doen! Je hebt een speeltuin, pannenkoekenhuizen en zelfs een kinderboerderij in De Pijp. Je kan alle kanten op. Ik vind het ook heel leuk dat mijn boys opgroeien in de stad. Ik groeide op in Noord en daar was niet veel te beleven. Vroeger werd ook altijd gezegd dat Noord eigenlijk geen Amsterdam is. Nu is het natuurlijk helemaal hot and happening. Maar bij ons ging de bus bijvoorbeeld maar één keer in het uur die je uiteindelijk naar de bewoonde wereld bracht. Dus voor hen vind ik het heel leuk dat zij hier opgroeien.”
Hoe zagen jouw eigen kinderjaren eruit?
“Ik heb een hele leuke jeugd gehad, maar wel heel anders dan dat bijvoorbeeld de jeugd van mijn kinderen nu is. Met mijn ouders, die nog steeds bij elkaar zijn, en mijn broer woonden wij in een woonwijk. Dus wij gingen vaak buiten spelen totdat de lantaarnpalen aangingen. Dat heb je in Zuid niet. Hier moet je er wel bij blijven, omdat er veel meer verkeer is en er af en toe een verdwaald persoon rondloopt. Dus wat dat betreft laat ik ze hier minder vrij. Maar ik vond mijn jeugd in Noord hartstikke leuk, alleen voor mij als persoon te stil. Ik werd als ik bij mijn oma in bed lag altijd blij van de geluiden van de rekken en stellages van de marktlieden die aan het opbouwen waren. Dan dacht ik: oh, reuring, er gebeurt wat.”
Ik heb gelezen dat jouw ouders Jehova- getuigen waren. Ik kan me voorstellen dat je dan een andere soort jeugd hebt gehad…
“Klopt, ze zijn daar beide mee opgegroeid. En dat heeft hun altijd heel erg belemmerd in hun toekomstkansen. Het was een heel beschermende gemeenschap waarin ze erg klein werden gehouden, omdat de wereld toch een keer zou vergaan. Toen mijn ouders kinderen kregen, hebben ze heel bewust de keuze gemaakt dat ze dat leven voor ons niet wilden. Zij gunden ons dat we onze verjaardag mochten vieren en met álle kindjes uit de klas konden omgaan en niet alleen met de Jehova-getuigen kindjes. Dus mijn ouders hebben er heel bewust voor gekozen om ons een ander leven te geven. Ik heb daar heel veel respect voor, want het is heftig als je daarin opgroeit.”
Heb je er veel van meegekregen?
“Ja, mijn ouders werden uitgesloten, omdat zij weer werelds waren geworden. Daarom mochten zij niet meer met bepaalde familie en vrienden omgaan. En bij mijn oma, die iets langer bij het geloof bleef aangehaakt, kregen we het mee als ze bij wijze van spreken haar sleutels kwijt was, dan sprak ze de Jehova God toe. Ik ben mijn ouders vooral ontzettend dankbaar en heb veel respect voor de keuze die zij hebben gemaakt, om het uiteindelijk voor ons zo fijn mogelijk te maken.”
Is dat ook iets wat je in je achterhoofd meeneemt in de opvoeding van jouw eigen jongens?
“Zeker! Ik wil ze echt stimuleren om kansen te creëren en benutten, en het gevoel geven dat de wereld van hen is. Ik ben ook heel beschermend hoor, ze zijn nog superklein, maar ik hoop wel dat ik later tegen ze kan zeggen dat ze lekker mogen ontdekken en vooral doen wat zij leuk vinden. Mijn man komt uit een veel vrijer milieu wat dat betreft. Van hem krijgen ze nu al mee om groots te dromen.”
Lees het volledige interview in de ZOZ – Zie Oud Zuid van juli/augustus. Je vindt ‘m op ruim 700 plekken in Amsterdam-Zuid!
Fotografie: DAELORIAN / @daeloshots