JORT KELDER OVER DE AANTREKKINGSKRACHT VAN ZUID

door | sep 4, 2024

Hij stond al eens op de cover van editie #15, en nu, veertien jaar later, doen we het eens dunnetjes over voor een wel heel speciale jubileumeditie: 15 jaar ZOZ. Integendeel tot ons stadsdeel is Jort geen spat veranderd. Met een vleugje satire en een flinke dosis zelfspot nemen we Zuid eens even goed onder de loep. En dat doen we natuurlijk niet op droog brood met water, maar met zijn recent uitgebrachte Snobtail, een Negroni die je uitspreekt als ‘Jegroni’, bij z’n vaste honk George W.P.A. Want ondanks al die pk’s die langs de tafeltjes scheuren, mogen we best wat trotser zijn op dit on-Hollandse stukje erfgoed.

 

SNOBCAST

Jort, die zichzelf een polderdandy noemt – want opgegroeid onder de rook van Rotterdam en zoon van een stuurman op de grote vaart – is er maar druk mee. Na het daverende succes van depodcastserie ‘de Snobcast’ in samenwerking met Yvo van Regteren Altena, kon een eigen Snobtail niet uitblijven. Magnumflessen van viereneenhalve liter bezorgen ze persoonlijk aan huis en dus rijden de snobs in hun ronkende oude Alfa GTV door het land, van Amsterdam tot Cadzand, van Wassenaar tot Dalfsen. Fans van de Snobcast rijken, tot eigen verbazing, verder dan enkel corpshuizen en villawijken. En daar is ‘ie best trots op. “Dat het nu op de kaart staat van een restaurant waar ik vaak zit, doet mijn lever tintelen!” Nippend aan het rode goedje bespreken we de wereld waar zoveel meningen over geveld worden. Wij zijn benieuwd naar die van Jort, want als oud-hoofdredacteur van Quote en programmamaker van onder andere ‘Bij ons in de P.C.’ en ‘Hoe heurt het eigenlijk?’, lijkt hij toch altijd een bepaalde aantrekkingskracht met ons stadsdeel te hebben gehad…

Jort Kelder Polderdandy

Advertentie

Jort Kelder Amsterdam Zuid

Waar komt jouw fascinatie voor Amsterdam-Zuid vandaan?

“Dat komt door Quote, daardoor ga je alleen al beroepsmatig naar de wereld van het geld kijken. Ik wilde aanvankelijk parlementair journalist worden, met zo’n kladblokje in een natte regenjas de gebeurtenissen in Den Haag beschrijven. Maar toen mijn broer me de net opgerichte Quote toestuurde, raakte ik geïntrigeerd door de wereld van de corporate raiders. Van die jongens die met heel veel geleend geld bedrijven kopen, type Gordon Gekko uit de film The Wolf of Wall Street. Toen dacht ik: die zijn veel slechter en bandelozer dan die middelmatige politici, antropologisch gezien wel zo interessant. En zo belandde ik bij Quote in een vrij absurd sollicitatiegesprek op zaterdagmiddag. Ze waren al aan de wijn en het was goed, ik kon blijven. Later vertelde Maarten van den Biggelaar (de oprichter van Quote, red.) dat ze mij een rare vonden en mij hooguit een week of zes gaven… Dat werden dus zeventien fantastische jaren. Zodoende belandde ik in die wereld van de grote bedragen en de ondernemers. De eerste generatie geld, de nouveau riches, daar heb ik toch een zwak voor. Als ik moet kiezen tussen oud geld – waar ik met heel veel plezier programma’s over heb gemaakt, zoals ‘Hoe heurt het eigenlijk’ – of mensen die het zelf hebben verdiend, dan kies ik toch voor die laatste groep. En die wonen natuurlijk hier in Zuid.”

 En hoe is die interesse ontstaan, als jongetje uit de polder?  

“Geld is toch een motor van de Westerse economie. Ik geloof in markteconomie, vrije concurrentie en kapitalisme, hoewel dat laatste woord beladen is. Ik ben liberaal in al mijn vezels, in de zin van ‘leven en laten leven’ en je zou mij nooit zuur horen over mensen met succes, maar ook niet over mensen in de goot. Dat laatste vergeten de nouveau riches nog wel eens. Als columnist bij Het Financieele Dagblad schrijf ik vaak over de fiscale positie van de rijken. Ik vind dat we in Nederland wel heel makkelijk pissen op de rijken en reservaten als Zuid, het Gooi en Bloemendaal. Laten we blij zijn dat we in dit middelmatige land nog iets hebben met aspiratieniveau. En tja, over de Porsche Cayennes en G-klasses die hier dubbel op de stoep
voor de school staan, kun je discussiëren, maar zullen we er om glimlachen?”

 

Als je kijkt naar de ontwikkelingen in Zuid over de afgelopen 15 jaar, welke voornaamste verschillen heb jij dan opgemerkt?

“Ik heb vooral het idee dat de kinderen nog verwender zijn geworden. Er is nu een Gen Z aan het opgroeien met allemaal hun eigen elektrische
autootje, fatbike of Van Moof. Dat vind ik wel in het oog springen. Zulk materialistisch vertoon was vroeger nog niet zo zichtbaar, dat is wel een aparte cultuur. Ik heb dat in de P.C. nooit kunnen filmen, want dat was er toen nog niet. Ik denk dat alles nog net even wat gekker en duurder is. Vroeger gingen we naar Saint-Tropez, nu gaan we naar Ibiza, een wezenlijk verschil in het leven. Het is allemaal nog iets meer Londongrad
geworden en steeds iets verder los aan het komen van de rest van de stad en het land. Ik woon er bewust niet, omdat ik geen gezin heb. Als je dat wel hebt, moet je in Zuid wonen. Met die bakfietsen over die smalle grachten en dat gedonder tussen de vuilnishopen in het centrum, dat
is niks. Ze fietsen hier zo naar de hockey, reuze praktisch op de Van Moof!”

“Verder zijn social media een wezenlijk verschil met vroeger. Nu weet iedereen van elkaar wat ze doen. Vroeger had je een paar plekken waar je wat dure auto’s en horloges had, nu begint de fysieke wereld de digitale wereld volledig te overlappen. Dus de echte wereld moet lijken op de digitale wereld. Daardoor krijg je van die Instagrammable terrassen vol juffen met Pippo-lippen. Alsof iedereen op het terras al bewerkt is in plaats van nabewerkt op een foto. Dat is wel apart.
Maar goed, mijn generatie doet daar nog niet zo aan. Dat had ik misschien beter wel kunnen doen, haha, maar we strompelen en verschrompelen verder!”

 

 

 

Jort Kelder W.P.A
Jort Kelder Negroni

En waarom zit je zelf het liefst op het terras van George W.P.A.?

“Ik woon in de buurt van Artis, maar dit is eigenlijk mijn Artis. Hier zie ik alle verschijningsvormen van de verwende mens. Van de predators tot de marmotjes die wegkruipen op het terras. Wat dat betreft is het terras van George W.P.A. fantastisch, daar zie je dit hele schouwspel aan je voorbijtrekken. Niet voor niets hebben we hier de Snobtail gelanceerd. Eigenlijk moet ik hier een keer met een slow cam gaan zitten en dan versneld afdraaien wat hier op sommige uren, vooral op de zaterdagmiddag, voorbijkomt. Waarbij het geestige,  maar ook sneue is dat allemaal mannen met zwart t-shirt in mat gestickerde auto’s hun uitlaatpijpjes laten horen. Zó 1998. Het is niet kwaaiig, beetje consumentistisch en dom. Het zou hier wel wat autoluwer mogen, maar Nederland hoeft niet boos te zijn.”

Waar ben je verder graag te vinden?

“Ik maak wel mijn rondjes; Van Dam, De Joffers, George en dan een paar andere adressen. Ik vind de P.C. Hooftstaat niet echt Amsterdam, het is inmiddels toch een stukje buitenland in Nederland geworden. Oost-Europeanen die shoppen met hun hulpverloofdes, kleine drugsdealers die hun Lambo’s uitlaten. Ik gun de winkeliers al het goede, maar dan vind ik De Schuyt toch leuker. Dat is gewoon een Kensington, een Chelsea, een stadswijkje met mensen waarvan ik soms ook wel denk: hoe kan dit, is dit nog dat oude, genivelleerde Nederland? Nee dus. En gelukkig maar.”

 

Benieuwd naar meer ? Lees het hele artikel bij jouw favoriete hotspot in Amsterdam Zuid.