OMMETJE MET TOMMETJE DOOR ZUID
Tom groeide op in een gezin met negen kinderen. Dan kun je je vast voorstellen dat het een drukte van jewelste moet zijn geweest in de woning aan de Lekstraat. En dus ging Tom er graag op uit. Al zijn ontdekkingen schreef hij op om vervolgens tekst en uitleg te vragen bij zijn vader, die immers stadsgids was. Sinds twee jaar deelt hij deze kennis met zijn trouwe achterban op Instagram, @ommetjemettom. Van de Nachtwachtsleuf en schoenschrapers tot spionnetjes en bijzondere geveltjes, Tom weet er in geuren en kleuren over te vertellen. Hoog tijd om met Tommetje een ommetje te maken door Zuid!
Strak in pak staat Tom me op te wachten in het halletje van het Conservatorium Hotel. Vijf dagen werkt hij voor een bank in het Apollohuis en zeven dagen is ‘ie samen met zijn dochter Josephine bezig met Ommetje met Tom. “Eerlijk? Van Ommetje krijg ik de meeste energie. Ik word wel twee of drie keer per dag herkend. Mensen zijn heel dankbaar dat ik dit allemaal deel.”
HET IS ER WEL, MAAR JE ZIET HET NIET
“Waar sta je nu voor?” vraagt Tom. Die vraag weet ik uiteraard te beantwoorden; het Conservatorium Hotel. De vroegere functie van het monumentale pand is af te lezen van de gevel, laat Tom mij zien. Hij wijst naar boven, ‘Rijkspostspaarbank’, staat er. “Gebouwd in 1901, het is het grootste gebouw van Zuid.” Zijn grootste drijfveer om weetjes over de stad te delen is om de ogen te openen van de inwoners. “Kijk maar eens om je heen wat er gebeurt in Amsterdam, iedereen is op hun mobiel gericht en vergeet om te kijken. Het is er allemaal wel, alleen je ziet het niet. Daarnaast wil ik iets overdragen aan de volgende generatie. De stad veranderd en de echte Amsterdammer verdwijnt, het zou zonde zijn als al die kennis verloren gaat. Het leuke is: alles wat ik je vertel, vergeet je nooit meer.”
SCHOENSCHRAPERS
We lopen de hoek om, naar de Jan Luijkenstraat. “Kijk, dit is door een kunstenaar gemaakt om de regenpijpen aan de huizen te bevestigen. Als je een stap naar achteren doet, zie je dat er meerdere kunstwerken te zien zijn aan dezelfde regenpijp.” Ik ontdek meteen de crux: je moet niet alleen lopen en kijken, maar soms ook een stapje achteruit doen en stilstaan bij wat je ziet. Tom vertelt dat hij is opgegroeid in Zuid en vroeger dezelfde route naar school bewandelde als Anne Frank. Een prachtige buurt vindt hij het. Ondertussen lopen we de Paulus Potterstraat in en attendeert mij erop dat ik goed moet kijken. “Nu ga ik even testen of je goed oplet.” Als een kip zonder kop loop ik rond, maar zie natuurlijk niet waar hij op doelt: de schoenschrapers. “In Zuid zie je veel schoenschrapers, vaak verstopt naast de deurpost. Vroeger werden ze gebruikt om het vuil van je schoenen te halen voordat je een huis betrad, omdat de straten nog niet verhard waren. Tegenwoordig verdwijnen ze bij renovaties. Zonde vind ik dat, je krijgt het nooit meer terug. Sommige dingen moeten beschermd blijven.
KLASSIEKERS
Stadsmuur van Groningen In coronatijd maakte Tom regelmatig een wandeling met zijn dochter, Josephine. Zij is begonnen met het plaatsen van de weetjes, onder andere als middel om het te onthouden. Hier kreeg ze honderden reacties op, waarna een eigen Instagramaccount snel volgde. Eén van de klassiekers waar hij zijn account mee aftrapte, waren de lantaarnpalen. “Waar zijn die twee stokjes voor?”, vraagt hij me. Ik heb geen flauw idee en word gelukkig geholpen. “Vroeger waren het gaslantaarns die iedere avond moesten worden aangestoken. Zodoende werd er een ladder tegen de twee stokjes aangezet om naar boven te klimmen en de lantaarn te verlichten.” In onze rug prijkt het Rijksmuseum, ook daar weet hij van alles over te vertellen. “Vroeger was het Rijkmuseum een historisch museum, waarbij niet alleen binnen kunst te zien was, maar ook buiten. Dat is bijvoorbeeld de oude stadspoort van Groningen, die willen ze nu weer terug hebben.”
OGEN OPENEN
Ik geloof mijn oren niet als Tom vertelt dat het Museumplein de kortste snelweg van Nederland werd genoemd. “Wij zaten dan met z’n elven in een auto en reden vanaf het Concertgebouw onder het Rijksmuseum door. Een soort Parijs, daar leek het op.” Dat het er vroeger iets anders aan toe ging, moge duidelijk zijn. “En dit is nu het Zuiderbad, maar was vele jaren geleden een rijwielschool. Hier leerde je fietsen. Examen deden ze in het Vondelpark.” Als we ons omdraaien zien we de tekenschool van het Rijksmuseum. ‘Tekenen is spreken en schrijven tegelijk’ staat er. Geen woord aan gelogen. Af te lezen aan de spreuk bestaat de school al ontzettend lang. “Zie je die toeristen daar?”, vraagt Tom. “Zij zijn alleen maar gefocust op toeristische attracties omdat ze dat hebben gehoord van anderen, niemand is echt aan het kijken. Ik hoop dat mensen door mijn weetjes hun ogen gaan openen en deze kennis doorgeven.”