ROUÉ VERVEER: “ER WAS VROEGER IN SURINAME GEEN VERSCHIL TUSSEN ARM EN RIJK, DAT SCHEPTE EEN BAND.”

door | apr 2, 2025

Sommigen vinden hem irritant positief, zelf ziet hij het nut van boos worden niet in. Het weerhoudt hem ervan om door te gaan. En dat is precies wat de immer vrolijke caberatier Roué Verveer (52) het liefst doet. “Stilstaan is geen optie.” Met een flinke dosis humor en onvermoeibare drive gaat hij dansend door het leven. Of hij nou op de bühne staat te grappen over het dagelijkse leven, of achter de schermen zijn volgende show voorbereidt – bij Roué draait het om positiviteit, genieten en vooruitkijken.

 

Op een donderdag tijdens lunchtijd op de bruisende Zuidas – ofwel; het drukste moment van de dag – ontmoeten wij Roué in zijn favoriete koffiezaak Doppio Espresso. Hij kent de eigenaar goed en als het even kan, ploft hij neer op zijn favoriete plek: twee luie stoelen pal voor het raam. Lekker mensen kijken, bewonderen hoe de stad beweegt. Hij komt hier vaak, want de dagelijkse latte met zijn vrouw Farah, zijn rots in de branding, mist hij namelijk nooit.

 

Kun je me meenemen naar je jeugd in Suriname?

“Ik heb echt een prima jeugd gehad. Ondanks dat ik mijn belangrijkste ontwikkelingsjaren misschien wel in de moeilijkste periode van Suriname heb doorgemaakt. In de tijd van het militaire regime, de avondklok, coups, de decembermoorden, isolatie van de rest van de wereld, schaarste, in de rij staan voor de meest simpele dingen, noem het maar op. Ik heb het vwo afgemaakt onder die omstandigheden, maar als ik er nu met mijn vrienden op terugkijk, vonden we het misschien wel de leukste tijd van ons leven.”

roue verveer
roue verveer

Waarom?

“Er was geen armoede, maar schaarste. Zolang je
te eten hebt, is niets echt erg. Wij hadden eten en drinken, alleen geen luxe. Even naar de supermarkt voor een reep chocola kon niet. Achteraf hebben we
er het beste van gemaakt, en juist in die tijd heb ik de sterkste vriendschappen opgebouwd. Niemand had veel, waardoor er ook geen verschil was tussen arm en rijk. Dat schepte een band. We deelden alles. Als ik een pakje sigaretten kon regelen, kregen al mijn vrienden sigaretten – en andersom. Die band is er nog steeds, zelfs als ik oud-klasgenoten na jaren weer zie, is de klik er meteen weer. We hebben samen die moeilijke tijd doorgemaakt – met angst, maar ook met overwinning, overleving en saamhorigheid. Dat brengt je dichter bij elkaar.”

 

Zijn er veel dierbaren in Suriname gebleven?

“Er wonen nog wel mensen, maar de meesten vertrokken na de middelbare school naar Nederland. Het ging zo slecht met Suriname dat je diploma eigenlijk je ticket naar Nederland was. Ik ging ‘studeren’ maar vooral om weg te zijn. Ik heb keihard gewerkt voor mijn vwo-diploma, want mijn vader zei altijd: ‘Zolang je
dat niet haalt, ga je nergens heen.’ En ik dacht alleen maar: ik ga hier niet blijven. Het was geen kwestie of je ging, maar wanneer. Sommigen vertrokken direct na de uitreiking. Van de honderd afgestudeerden gingen er met zekerheid zo’n zeventig of tachtig naar Nederland. Ouders stimuleerden het, want je achttien betekende zelfstandigheid en een kans op een betere toekomst. Een enkeling ging naar Amerika, maar dat was duur. Nederland was logischer: familie ving je op en je kon direct aan je nieuwe leven beginnen.”

Advertentie

Gelderlandplein Magazine

En toen?

“Studeren bleek niets voor mij. Ik begon met econometrie, stapte over naar hbo-financiën, maar ik ben gewoon geen student. Intellectueel kon ik het aan: ik slaagde met een zeven op de middelbare school, maar student zijn is een vak apart. Achteraf gezien zat die artiestenvrijheid waarschijnlijk al in mij. Mijn vrouw (destijds vriendin) heeft wel haar studie afgemaakt. Toen zij klaar was, besloten we terug te gaan naar Suriname. Mijn studentenvisum werd ingetrokken, dus blijven had geen zin. Maar na drieënhalf jaar beseften we: dit is het toch niet. In 1999 keerden we definitief terug naar Nederland.”

 

Hoe ben je de comedy-wereld ingerold?

“Toen ik terugkeerde naar Nederland was ik helemaal niet bezig met comedy. Ik werkte in finance en kwam er geleidelijk mee in aanraking. In Suriname keek ik wel stand-up, mijn zus stuurde speciaal opgenomen VHS-bandjes op vanuit New York, maar zelf doen? Nooit overwogen. Tot Najib Amhali, Howard Krompie, Murth Mossel en Eric van Sauers een show in Suriname gaven. Daar was toen weinig te doen, dus ging je overal naartoe. Pas toen besefte ik dat stand-up ook in Nederland bestond. Ik sprak die jongens kort na de show en leerde ze op die manier kennen. Terug in Nederland dacht ik: waarom niet? Ik belde één van hen, en ze nodigden me uit in Toomler, een plek waar ik nog nooit van had gehoord. Met tegenzin probeerde ik het, maar tot mijn verrassing vond ik het leuk en mocht ik elke week terugkomen. Ondertussen had ik gewoon een baan, want in Suriname leer je: werken is nodig, creativiteit is een hobby. Dus doordeweeks werkte ik, in het weekend deed ik comedy. Perfect life, dacht ik, dit doe ik tot mijn pensioen.”

 

Was dit je grote droom?

“Helemaal niet, eigenlijk. Ik wilde altijd al bij de KLM werken, als grondsteward. Niet eens in de lucht, maar gewoon bij de gate mensen vermaken, ook al was ik toen nog geen cabaretier. 

roue verveer<br />
roue verveer

Het leek me er allemaal zo serieus, daar wilde ik wat jeu in brengen. Ik vond het een prachtige maatschappij – nog steeds overigens. Op een dag vroeg mijn vrouw wat ik nou écht wilde doen. Dus ik zei: ‘Weet je wat? Ik ga solliciteren bij de KLM, maar daarvoor ga ik één jaar fulltime comedy doen’. We berekenden wat ik in het laatje moest brengen om rond te komen, en dat lukte al met die paar avonden Toomler, laat staan met alle nieuwe klussen. Farah had een goede baan, dus het kwam perfect uit. Dat eerste jaar ging heel lekker. Dus verlengde ik het met nog een jaar. Inmiddels zijn we 33 jaar verder en verleng ik nog steeds. Maar eerlijk? De KLM blijft mijn droombaan.”

 

Zie je het jezelf ooit nog doen?

“Ik houd nog steeds van KLM. Nu lukt reizen even niet door mijn shows, maar als ik vlieg, is het met KLM. Ik ben inmiddels Platinum for Life; na tien jaar platinum krijg je die status. Ze hebben me zelfs twee keer verrast! Farah zei ooit dat we tickets op Schiphol moesten regelen, omdat het online niet lukte. Zonder vragen te stellen ging ik mee. Daar liet ze me achter en opeens begon een soort flashmob. Ik werd persoonlijk verwelkomd, kreeg een blauw pak aan om vervolgens een dag mee te lopen. Blijkbaar had iemand van het management een interview gelezen waarin ik zei hoe geweldig ik KLM vond. Echt fantastisch! Misschien heb ik daarom nog steeds plezier in wat ik doe: er is nog steeds een doel. Ik voel geen druk, want dit is nooit mijn eindstation geweest; dat is de KLM. Ik zie cabaretiers worstelen met stress en burn-outs, omdat alles steeds beter moet. Ik denk juist: het hoeft niet beter, alleen minimaal net zo goed. Als het niet lukt, is er altijd een andere baan. Ik had het ook leuk toen ik op kantoor werkte, en ik werk net zo lief veertig uur per week bij de KLM.”

 

Benieuwd naar het hele interview met Roué Verveer? Lees het in de Zie Oud Zuid van april.